Vissen op voorn met de vaste stok

Vissen op voorn met de vaste stok

De meest gebruikelijke manier om op voorn te vissen is met de vaste stok. Voor het vissen op voorn is een vaste stok met een topoog of met kikkertjes prima. Toch wordt er steeds vaker gekozen om te vissen met elastiek. Dit is een verstandige keuze wanneer je ook grotere vis zoals brasem, zeelt of zelfs karper verwacht. De rek van elastiek zorgt er namelijk voor dat er minder druk op de lijn komt te staan. Er kan dus nog steeds met dunne lijn gevist worden, maar deze dunne lijn kan grotere vissen aan. Later meer over het vissen met elastiek, nu eerst terug naar de basis.

Dobber voor voorn

Om succesvol te vissen op voorn is het belangrijk om een lichte dobber te gebruiken. Een zwaardere dobber heeft namelijk als gevolg dat de voorn veel weerstand voelt bij het pakken van het haakaas. Hierdoor heeft de voorn direct door dat er iets niet klopt en is de kans op vangen verkeken. Gebruik daarom een dobber met een draagvermogen van 0,5 tot 2 gram. Vis je op een vijver en is het nagenoeg windstil? Dan is 0,5 gram prima te gebruiken. Bij meer wind of op een dieper water kan er verhoogd worden naar een drijfvermogen tot 2 gram. Vis je op een water met enige stroming? Dan kan er ook een zwaardere dobber met een drijfvermogen van 3 gram gebruikt worden. Bij sterkere stroming kan er zelf nog een iets zwaardere dobber gebruikt worden.

Montage bij het vissen op voorn

Bij het vissen op voorn is het belangrijk om een kleine haak te gebruiken. Kies voor een haak met maatje 16 tot 20. Daarbij kan een dunne nylon lijn gebruikt worden met een dikte van 0,06 mm tot 0,10 mm. Vervolgens moeten er nog loodhageltjes tussen de dobber en de haak geplaatst worden. Plaats precies genoeg loodjes op de lijn dat alleen de antenne van de dobber boven water blijft. Dit kun je eenvoudig testen aan de waterkant, of thuis met een emmer water. Het is verstandig om de loodjes enigszins te verspreiden. Loodjes die dichter bij de haak geplaatst worden zorgen dat de dobber een stukje omhoog komt als een voorn omhoog zwemt met de haak. Zo zie je dat je beet hebt, ook al schiet de dobber niet naar beneden.

Tip: Maak je tuigjes thuis klaar en bevestig ze op een tuigrekje. Zorg voor verschillende soorten dobbers en lijndiktes. Zo heb je voor iedere situatie het juiste tuigje bij de hand. Plak stickertjes op de tuigrekjes zodat je weet welke lijn en haak is gebruikt.

Peilen belangrijk bij vissen op voorn

Bij het vissen op voorn wil je de haak normaal gesproken zo dicht mogelijk bij de bodem presenteren. Daarvoor zal er voor het vissen gepeild moeten worden. Bevestig een peilloodje aan de haak en laat deze naar de bodem zakken. Zinkt de dobber? Dan moet deze een stukje verder van de haak geschoven worden. Blijft de antenne boven water? Schuif de dobber dan juist iets dichter naar de haak toe. Blijf dit proces herhalen totdat de antenne van de dobber nét onder het wateroppervlak blijft hangen. Nu kan het peilloodje vervangen worden voor aas en kan het vissen beginnen. Het aas zal nu tegen de bodem hangen, of enkele centimeters daarboven.

Het is belangrijk om dicht bij de bodem te vissen om twee redenen. De eerste reden is dat lokvoer en aas zoals maden, hennep of maïs naar de bodem zinken. De vissen die azen zullen dit dus voornamelijk doen op de bodem. Daarnaast is het meestal zo dat hoe dichter je bij de bodem vist, hoe groter de voorns zullen zijn.

Lokvoer aanmaken voor voorn

Voordat je begint met vissen moet het lokvoer nog aangemaakt worden. Kies een lokvoer voor voorn, of stel het zelf samen. Met losse ingrediënten als maïsmeel, stroopwafelmeel en beschuitmeel kan een goede mix gemaakt worden. Bij het aanmaken van lokvoer is het belangrijk om het op de juiste manier te bevochtigen. Dit betekent dat het niet te nat mag zijn, maar je moet er wel een bal van kunnen maken. Je wilt dat het lokvoer uit elkaar valt op de bodem, dit gebeurt niet als het voer te nat is. Blijf dus beetje bij beetje bevochtigen tot er een goede bal gemaakt kan worden die niet zomaar uit elkaar valt. Het gebruik van een plantenspuit is hierbij een prettig hulpmiddel.

Lokvoer zeven

Het is niet de bedoeling dat de vissen echt van het lokvoer eten, maar dat ze erdoor gelokt worden. Als het lokvoer klonterig is, kunnen de voorns er toch van eten en raken ze snel verzadigd. Wanneer je het lokvoer zeeft voorkom je dat er klonten op je voerplek komen te liggen.

Hoe ga je vissen op voorn?

De hengel is opgetuigd, de dobber is op de juiste diepte gezet en er is een voerplek gemaakt. Dan kan er gevist worden! Prik het aas op de haak. Hiervoor worden meestal maden gebruikt, maar ook een stukje brood of een kleine maïskorrel kan goed werken. Het is belangrijk om continu kleine beetjes aas rond de dobber te blijven gooien. Vis je met maden? Gooi dan om de paar minuten een paar maden of casters op de plek. Op deze manier blijft er een continu voedselaanbod waardoor de voorns op je plek blijven hangen.

Stekken voor voorn

Door een aantal balletjes lokvoer te gooien, is voorn eigenlijk altijd wel te lokken. Toch is het goed om te kijken waar de voorns van nature graag zitten. Vaak is het heel effectief om langs een rietkraag te vissen, maar probeer het ook eens bij bruggetjes of een overhangende boom.

Elastiek gebruiken bij het vissen op voorn?

Zoals beloofd, nog even over het vissen op voorn met elastiek. Elastiek zorgt ervoor dat je met dunnere lijn kunt vissen. Dat komt doordat de rek van elastiek veel druk op de lijn voorkomt. Wanneer je een grotere vis haakt zoals brasem, is 0,10 mm nylon eigenlijk te dun. Door elastiek te gebruiken kan de brasem tóch geland worden. Voor het vissen op voorn wordt veelal elastiek gebruikt met een dikte van 0,80 mm tot 1 mm. Hier geldt: hoe kleiner de haak die je gebruikt, hoe dunner de elastiek hoeft te zijn. Verwacht je geen grote vis, dan is elastiek niet nodig. Gebruik het vooral wanneer je ook grotere vangsten verwacht dan alleen voorn.

Wist je dat..

De voorn ook goed te vangen is met de feeder? Alles over het vissen met de feeder lees je hier!